Zeeslag bij Sluis (1340)

Slag bij Sluis (1340)

Deze zeeslag vond plaats in het kader van de honderjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk. Koning Eduard III wilde het graafschap Vlaanderen als bondgenoot, omdat dit een goede basis zou vormen voor een landing van de Engelsen. De graaf van Vlaanderen was echter leenman van koning Filips VI van Frankrijk. Daarom wilde Vlaanderen dit niet, wat veranderde toen de wolexport vanuit Engeland werd stopgezet. Personen als Jacob van Artevelde bepleitten toen een pro-Engelse houding. In 1338 was het zover en Filips VI wilde dit bondgenootschap met geweld onderdrukken waardoor de Vlamingen zich nog meer tegen de Fransen gingen keren. De Franse strafexpeditie bleef echter uit.

Frankrijk was in principe sterker en stuurde zijn vloot naar Sluis om de Engelse invasie te stoppen. De Franse vloot was veel sterker maar de Engelsen hadden meer oorlogservaring vanwege hun strijd tegen de Schotten. 

De Franse vloot, die onder leiding stond van Nicolas Béhuchet, voer op naar Sluis, waar de schepen in drie rijen (linies) werden vastgelegd in de monding van het Zwin om zo de Engelsen tegen te houden die aan land wilden komen. Hierdoor kon echter uit het overwicht van de Fransen geen voordeel worden geput. Het werd niet zozeer een zeeslag als wel een gevecht van man tegen man, waarbij 25.000 soldaten omkwamen. Toen de Franse schepen ook nog in brand raakten was er geen redding meer mogelijk en verloren de Fransen de slag. Daarbij gingen 170 Franse schepen verloren.

Bron: Wikipedia